Armeluiskost
werd delicatesse
Het
begon tien jaar geleden als een hobby. Hoogland werkte bij een zuivelconcern
in Brussel en bracht de weekeinden door bij zijn ouders in Noord-Friesland.
Op het nieuwe land buiten de grote zeedijk, dat in het voorjaar
en in de herfst overstroomt, groeide de zoutminnende zeeaster vanzelf.
Hoogland wist dat luxe visrestaurants de groente graag serveerden.
Het lijkt een beetje op spinazie, maar is wat steviger en heeft
een zilte smaak die het goed doet bij visschotels. De verkrijgbaarheid
was echter onzeker: alleen door illegale pluk en onregelmatige aanvoer
uit Frankrijk konden de restaurants aan de groente komen.
Zo
kwam Hoogland op het idee om een poging te wagen om het wilde plantje
te kweken.
"in
de natuur groeien de planten kriskras door elkaar, schots en scheef'.
Ik selecteerde ze op bepaalde eigenschappen om een uniformer gewas
te kweken, dat machinaal te oogsten zou zijn. Vanaf het begin heb
ik geprobeerd alles goed te organiseren", zegt Hoogland,
Dat
is gelukt. De weekeinden die de 33 jarige Fries op de akkers van
zijn vader doorbracht werden halve weken. Alles wat hij verdiende
ging terug in het bedrijf. Hij vestigde zich in het dorp Ferwerd,
op drie kilometer afstand van zijn kwekerij. Zijn liefde voor het
platteland was hij in de stad niet kwijtgeraakt. "Vooral s
zomers is het een voorrecht om buiten te zijn, dat is ook goed voor
een mens." Sinds drie jaar gaan de zaken zo goed dat hij voltijds
zeeasterkweker is geworden.
Albert
Heijn ontdekte me toen ik het gewas voor het eerst op de veiling
bracht. Vanaf dat moment is alles veel sneller gegaan, zegt Hoogland,
terwijl hij over zijn landerijen kijkt. De tien hectare lage groene
plantjes liggen binnendijks maar voor de grote deltadijk. Een paar
keer per week wordt zeewater over de planten gepompt. Zo wordt kunstmatig
eb en vloed nagebootst.
Het
was een moeizaam proces om dit zo groot te krijgen, dat is echt
met vallen en opstaan gebeurd.- Naast het veredelen van de plant
moest Hoogland er achter komen welke samenstelling van de grond
de beste was voor de zeeaster en met welke frequentie zout water
moest worden toegediend.
Eerst
zocht hij daarvoor hulp bij de landbouwuniversiteit van Wageningen
Die wetenschappelijke invalshoek hielp niet veel. Door van dichtbij
te kijken hoe het in de natuur gaat, kom je erachter wat effectief
is en wat niet. Ik ben geen boerenzoon, maar ik ben hier wel geboren
en getogen, Ik heb veel geobserveerd hoe de plant groeit. Mijn interesse
voor de natuur heeft me daar gebracht, waar anderen mislukten.
Doordat
Hoogland de enige zeeasterkweker is in Nederland, moet hij alles
zelf opbouwen. "Ik moet de hele markt in mijn eentje opstarten.
Dat kost klauwen met geld." In eigen beheer ontwikkelde hij
machines voor de oogst. De apparatuur moet heel licht zijn, want
de planten vallen in het drassige veld makkelijk om.
Het
is een enorme uitdaging geweest. Mijn invalshoek is een totaal andere
dan de meeste boeren; ik heb het gewas ontwikkeld vanuit een marktoogpunt
Had ik de landbouwschool gedaan, dan had ik misschien gedacht: dit
is te moeilijk, laat ik er niet mee beginnen zegt de kweker.
Een
tijd lang leverde Hoogland voornamelijk aan Albert Heijn, maar sinds
vorige week kan de horecagroothandel de groente op de veiling kopen.
Daarnaast is er een voorzichtig begin om de groente naar Duitsland
te gaan exporteren.
Zeeaster
of zeekraal, een andere zilte, groente die de Fries ook verbouwt,
zijn onbekende producten. Met Albert Heijn probeert Hoogland de
groenten te promoten om extra afzet te genereren. Dat gaat langzaam.
Het meeste wordt verkocht in de randstad. De mensen hier zijn nogal
behoudend. En wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
Alleen
in Zeeland is de zoute groente van oudsher bekend. Arme mensen aten
het vroeger als aanvulling op het sobere menu. Van armeluiskost
is het een exclusieve groente geworden. Particulieren mogen nu alleen
met een vergunning in het wild oogsten. Verder vallen de planten
onder de natuurbeschermingswet,
Maar
ook de zeeaster op zijn akker is nog steeds een redelijk wilde plant.
"Omdat het nog niet lang wordt gekweekt, staat het nog dicht
bij de natuur, Dat is de charme van het spul", betoogt hij.
Het
voedselaanbod in de wereld lijkt gevarieerd, maar dat is niet zo.
De moderne Landbouw heeft omwille van een hoge productie een homogene
structuur. De componenten waar ons voedsel uit is opgebouwd, zijn
allemaal terug te leiden op een paar producten en vaak hetzelfde
ras, Zeeaster is nu nog een veel diverser gewas. Dat maakt dat de
opbrengst minder hoog is, maar het is ook minder kwetsbaar voor
droogte of plagen. Net als in de natuur. In tien jaar verder veredelen,
kan dat verdwenen zijn. Misschien is het daarom goed om hier te
stoppen, om niet verder te gaan."
De
ondernemingslust van de Fries zal die romantische gedachte waarschijnlijk
toch opzij zetten. Hoogland ziet in de toekomst uitbreiding en verdere
ontwikkeling van het gewas. Dan laat hij misschien anderen kweken,
om zelf te werken aan veredeling van de plant. "Maar dat kan
pas als ik het proces zelf beter onder de knie heb."
Een
andere mogelijkheid is exploitatie in andere delen van de wereld.
"Er zijn veel verzilte gebieden in de wereld waar het aantrekkelijk
kan zijn om deze plant te gaan kweken. Ik heb contact gehad met
een pastoor uit Nieuw Guinea, die hoopte zo een extra vitaminebron
voor de bevolking te genereren. Maar dat zon ik moeten onderzoeken.
Hetzelfde geldt voor het Midden-Oosten Misschien wil het daar ook
wel groeien.
|